dinsdag 17 juli 2018

Steenbok of Capricornus


22 DECEMBER T/M 20 JANUARI
GRONDTOON : EERBIED
WACHTWOORD : GEZAG
FUNCTIE : DE PRIESTER OF GEZANT

GEVAARLIJK VOOR DE GEZONDHEID:
Ontevredenheid, koelheid, neerslachtigheid en gedwarsboomde eerzucht.

FYSIEKE SYMPTOMEN:
Melancholie, galachtige aandoening en andere sympathetische stoornissen der verteringsorganen, welke aanleiding geven tot talrijke ongesteldheden.

GENEESMIDDELEN:
Hoop en opgewekt gezelschap. Verandering van omgeving is heilzaam en zelfs gebiedend noodzakelijk, wanneer de neerslachtigheid groot is.

GEBOORTESTEEN OF MYSTIEK JUWEEL:
Maansteen en Witte Onyx

HARMONISCHE TEKENS (DAT WIL ZEGGEN IN ZAKEN, HUWELIJK OF DEELGENOOTSCHAP) :
Taurus (Stier), Virgo (Maagd) en Libra (Weegschaal)

KLEUR: Groen

METAAL: Lood, zeer typisch voor de Saturnale zwaarmoedigheid en diepzinnigheid, want met lood peilt men de diepten der zee.


Steenbok of Capricornus
Stadium van Volmaaktheid
Sta­dium van Aanvang
Gedachten
type
Vaderlijk of kinderlijk
Beschermend of afhankelijk
beschouwingswijze
Eerbied
Conventioneel
karakter
Eerzuchtig
Ontevreden
methode
Traditioneel
Met voordeel
denkvermogen
Geconcentreerd
Bekrompen
intellect
Diepzinnig
Begrensd
Aandoening
natuur
IJverig
Gewetenloos
geaardheid
Edelmoedig
Gierig
houding
Diplomatisch
Huilen met de Wolven
genegenheden
Diep geworteld
Beperkt
houding tot andere sekse
Beschermend of onderworpen
Minachtend of slaafs
Handeling
taal
Vloeiend
Druk
stijl
Versierd
Opgesmukt
manieren
Gezaghebbend of eerbied betonend
Arrogant of kruipend
gedrag
Behorend of aanpasbaar
Onoprecht, grillig
temperament
Godsdienstig
Bijgelovig
Onder de heerschappij van dit teken staan het Joodse volk, de landen Indië en Mexico, de steden Oxford en Brandenburg. De heerser van Capricornus is Saturnus of de “Oude Vader Tijd”, de Macht, die de vruchten van vroegere ondervindingen bijeengaart, de traditie bevestigt en het karakter fatsoeneert. Hij vertegenwoordigt het onverbiddelijke verleden en is de voorvader van het tegenwoordige, de verborgen oorsprong van onze gedachten, gevoelens en daden. In die laatste keten van levens, zo vol verscheidenheid, die onze aardse pelgrimstocht samenstellen, worden de vreugde en de smart, de beproevingen en bezoekingen en de tijden van rust in het ene of het andere leven ons toebedeeld, nauwkeurig afgemeten naar hetgeen wij hebben verdiend, een geoogst en gewenst in voorgaande bestaanstijdperken. De trap van ontwikkeling door het karakter - het Saturnus-element in ons - bereikt, bepaalt ons lot, want “wat een mens zaait, dat zal hij ook maaien”.

De echte Capricornus-mens neemt het leven ernstig op, wordt sterk beïnvloed door het verleden en is meestal zeer voor het handhaven van traditie en gezag. Wanneer hij ten volle is ontwikkeld, bezit hij meestal een sterk historisch gevoel (voornamelijk wanneer de verbeeldingskracht groot is) en stelt veel belang in antiquiteiten van allerlei aard alsook in oude zeden en gebruiken, die het tegenwoordige met het verleden verbinden.

Vaak kiest hij de loopbaan van de geleerde en volgt dan gewoonlijk de strikt academische richting. Vaak ook schittert hij als diplomaat, maar zijn ware functie is die van de Priester en Patriarch, de Middelaar tussen God en de mens, de vertolker, leidsman en raadgever, maar ook de Vader van zijn volk. Hij betoont eerbiedige en tedere belangstelling bij al de grote gebeurtenissen in het leven des volks. Geboorte, huwelijk en dood worden door hem als heilig beschouwd en met bijzondere plechtigheid gevierd.

Hij voelt diep voor de aandoenlijke hulpeloosheid van het jonge kind en de eerbiedwaardigheid van de ouderdom, die in waarde gehouden dient te worden en beleeft zelf zijn beste tijd als grootvader; meestal wordt hij ook zo oud. Dit type is niet geschikt voor de ongehuwde staat en toont gewoonlijk een zeer duidelijk besef van het verschil der geslachten.

De manlijk aangelegden of krachtigen onder de Capricornus kenmerkt een sterke neiging om anderen te beschermen en te koesteren, terwijl de vrouwelijk aangelegden of zachten een zeer sterk verlangen bezitten naar liefde en bescherming. Bijna allen missen de geest van vrije camaraderie, die kan opbloeien tot platonische vriendschap. Inderdaad valt het hun moeilijk zich gelijk te denken aan anderen, zelfs met leden van hun eigen geslacht. Zij hebben altijd de neiging om hetzij eerbiedig op te zien tot degenen, die om hen heen zijn of wel vaderlijk op hen neer te zien. Zij hebben een sterk gevoel van “behoorlijkheid”. Zij weten wat gepast is in kleding, manieren en optreden en zijn in deze dingen voor anderen zeer veeleisend.

Capricornus in het aanvangsstadium overdrijven de neiging om te beschermen en deze wordt bij hen een minachtend patroniseren, terwijl zij in plaats van gepaste eerbied een kruiperige onderworpenheid ten toon spreiden. Dikwijls zijn zij zeer gebonden aan conventie en soms lastige vormendienaars. Het uiterlijk voorkomen betekent voor hen heel wat. Zij zijn diep rampzalig wanneer zij kleren moeten dragen, die hen slecht staan of niet passen voor die bepaalde gelegenheid en sommigen zijn in dit opzicht zeer overdreven; zij sparen niets geen moeite, tijd noch geld voor hun kledij, vooral als die in verband staat met ceremonieën of bijzondere gelegenheden.

Zij hechten overdreven groot gewicht aan het aardse leven en zijn gebeurlijkheden, lijden aan een soort achterbakse en angstige nieuwsgierigheid omtrent geboorte en dood en tonen een ziekelijke belangstelling voor liefdesaangelegenheden en koppelarijen. Vaak hebben zij aanleg voor lage intrige en oneervolle hofmakerijen en zijn zij meesters in het zelfbedrog. Als de intellectuele ontwikkeling verder is dan de morele, kunnen zij zowel anderen als zichzelf wijs maken, dat zwart wit is. De aanleg om als middelaar op te treden maakt hen tot geschikte tussenpersonen bij kopen en verkopen. Bij beiden weten zij altijd hun slag te slaan. Het Joodse volk staat onder de invloed van dit teken en heeft enerzijds enige der prachtigste figuren van priesters ter wereld, anderzijds enige van de ergste soorten van tussenpersonen geschonken.

Capricornus is een aard-teken en diegenen, die dit rijzend teken hebben, weten zich meestal te doen gevoelen op psychisch gebied. Zij wensen altijd invloed uit te oefenen op anderen, hen te regelen, moeder over hen te spelen, voorschriften te geven, te bekeren, te bederven, aan te trekken, zich op de een of andere wijze met hen te bemoeien, ongeacht of zij daartoe de macht bezitten of niet. Om dit te bereiken achten zij doelmatigheid in alles, in kleding, taal, handelswijze, van groot gewicht.

Zij bezitten een grote gemakkelijkheid van uitdrukking, welke richting zij ook mogen volgen, en kweken die ook nog opzettelijk aan. Schrijvers, musici en kunstenaars van dit type bezitten die eigenschap in hoge mate. Sprekers drukken zich vloeiend en overtuigend uit.

Volgens de overlevering hebben Capricornus een donkere gelaatskleur, glad zwart haar, zwarte ogen en een vol rond gelaat. Dit type vindt men veel onder de Italiaanse geestelijken en het komt het sterkst uit, waar Saturnus rijzende is in Capricornus of dicht bij. Er bestaat ook een slanker type, dat soms - ten minste in Schotland - zeer blond is, een meer langwerpig gezicht heeft en blauwe of lichtbruine ogen met een eigenaardig licht erin. Het haar is zijdeachtig en fraai gekruld, meestal niet zeer dik. Weinig ontwikkelden onder de rondhoofdigen hebben vaak een onheilspellende blik, de ogen staan dicht bij elkaar of zijn loens, het voorhoofd is smal en de jukbeenderen zwaar en vooruitstekend. Anderen hebben de enigszins domme plechtstatigheid van de uil. De anderen met een langer gezicht hebben in het groteske een kleine achteruit wijkende kin met een stoppelig baardje en vertonen een komische gelijkenis met hun naamgenote, de geit. De kleur verschilt bij beide soorten en hangt zeer veel af van volk en klimaat.

De Capricornus, de Steenbok, kunnen zowel satanskinderen zijn als zij die reeds vergevorderd zijn op het steile pad, dat de Steenbok vroeg of laat zich kiest. Want Saturnus in laagste aanzicht is de Satan (“Geheime Leer” passim) en Capricornus in hoogste instantie in het zonneteken van elke in de Kerstnacht geboren Wereldverlosser. De sfeer van Saturnus, het verst van de Zon verwijderd, is de kristallijnen sfeer, de Ring-Pass-Not, die ons zonnestelsel afsluit. Vandaar dat Saturnus met zijn ring betekent: begrenzing, beperking, bepaling, gebondenheid, stabiliteit, stagnatie, verstijving, verstarring, verstening. De hardheid van steen, de kilheid van ijs, de dorheid van hout, de zwaarte van metaal, en wel van het zwaarste metaal, het lood, een der meest verstarde vormen van het delfstoffenrijk, dat als geheel onder Saturnus staat. Kortom, Saturnus beheerst de bij uitstek vaste stof.

Het Capricornus-Saturnus-type is dan ook gesloten als de Ring van Saturnus, schuchter, beschroomd, schuw als de reebok of de grens, door de grensjager (9). Hij trekt zich terug in zijn schil; zijn lichaam verbergt geheel zijn geest, terwijl bij de Sagittarius-mens de geest aan alle kanten uitstraalt. Daarom is de diepte van dit ondoorgrondelijke karakter, zo moeilijk te peilen als de diepste diepte der zee met het peillood, het schietlood. Het duurt lang eer de ijskorst rondom hem ontdooit, eer met hem het ijs gebroken is. Immers het delfstoffenrijk reageert het minst op prikkels van buiten en de verwarmende zonnestralen kunnen de verre sfeer van Saturnus met minst bereiken. Doch heeft zo’n type eenmaal door de zure appel heen gebeten (alles wat zuur, wrang, bitter is, staat onder &) en zijn schil verbroken, dan hecht hij zich ook vast aan zijn vrienden en zijn zijn genegenheden diep. “Vrienden in den nood, honderd in een lood”, doch die enkelen zijn dan vast van dit type.

Wat deze ondoorgrondelijke zielen zo moeilijk doet peilen is die botsing tussen de aard van de geringde Saturnus, die graag zijn eigen kring bepaalt en zich afsluit van de wereld (0) en die van de Steenbok, die op het 10e huis, de Meridiaan, het hoogste punt staat als op de hoogste rotspunt en die dus in de wereld (10e huis) wil opklimmen.

Menig Capricornus is links en onbeholpen, stijf als een bok, houterig, een houten klaas, die rare bokkensprongen, capriolen kan maken, louter bokken schiet en tegen alles aan botst, overal zijn horens stoot, altijd gaat met knikkende knieën (&), met loden schoenen, altijd staat met zijn mond vol tanden (&), zo onnozel kijkend, of hij niet tot tien (0 = 10e teken) kan tellen of lachend als een boer die kiespijn heeft. Hij is een domoor (0 beheerst het gehoor en de oren), een kniesoor, nog niet droog achter zijn oren, die door menig oorveeg uit zijn lethargische toestand wakker geschud moet worden, want wie niet horen wil, moet voelen. Lang spreekt men voor dovemansoren bij hem, klopt men aan een dovemans deur.

Om zijn linksheid te verbergen is hij kittelorig, bokkig en terugstotend, kijkt hij als een bok, die knoflook eet (d.i. een zuurpruim). Ja, een bok blijft een bok. Als hij dan door zijn nukken overal het hoofd stoot, steekt hij meer dan ooit de horens op, wordt hij obstinaat, koppig als Faroo’s bokken, heeft hij eerst recht de bokkenpruik op.

De lagere Capricornus is koudbloedig, bevriezend koel, ijskoud, steenkoud, steenhard, heeft een hart van steen, kreten die anderen door merg en been (&) gaan en het bloed in de aderen doen stollen, vermurwen hem niet: hij blijft doof aan dat oor. Koelbloedig zal hij zijn slachtoffer met een satanische lach het vel over de oren halen. Hij is ijverzuchtig, vervult van bittere haat en gewetenloos wraakgierig. Het “oog om oog en tand om tand” van het Oude Testament) past geheel in zijn stelsel van hard tegen hard

Daarbij is hij - evenals de lagere Scorpio-mens - een aartsleugenaar. Saturnus is “de Vader van de Leugen”, want - zegt Thierens (Astrologie als Levensleer) - leugen verbergt de waarheid der idee (^). Zo is hij ook een meester in zelfbedrog, die zwart (0) wit (K 4) noemt. Hij is hoogmoedig (0 }), ziet neer op het grauw (grauw = kleur van 0), doch ziet op tegen autoriteiten, (10e huis = }), voor wie hij op de knieën (0) ligt, schijnbaar één en al oor is. Ook verbeeldt zich altijd (& = God des Tijds) het alleen te weten en minacht hij de mening van anderen, want zijn bewustzijn is te beperkt.

Daarbij is hij uiterst sluw; hij zit als een bok op de haverkist en denkt steeds: het vlees is beter dan de benen, doch als twee honden vechten om een been (&) loopt de derde - in casu de Capricornus-mens er mee heen. Hij ziet er geen been in, iemand oren aan te naaien, noch krokodillen- (0 is de Hindoese Makara de krokodil) tranen te huilen met iemand om dien, hoog en droog buiten zijn bereik, uit te lachen dat zijn leven (&) schudt. Och, geen oude geit zonder baard en geen non zonder gemompel. Daarom laat de bokken en bergen met vrede!

Ze zullen geen gewichtig oor lenen aan wie hen de oren wast, of aan de tand voelt. Dan zijn ze Oostindisch (&) doof (0), spelen zij de dove of wel ze laten de tanden zien en tonen dan haar op de tanden te hebben en tot de tanden toe gewapend te zijn... met argumenten. Omdat Capricornus - Saturnus de vorm beheerst, komen de zwarte zonden der vormzijde van het bestaan hier zo scherp uit.

De chronische kwaal van Kronos en van Capricornus als aardteken is melancholie, zwartgalligheid, te meer daar Capricornus de gal beheerst, waarom zo’n type echt verbitterd, bitter als gal kan zijn, en als de gal hem overloopt, over zijn ongelukkig slachtoffer, dat het bezuren moet, wanneer zo’n schip met zure appelen in aantocht is. Door zijn zwart zien, die altijd een zuur gezicht zet of hij azijn gedronken heeft, kijkt als een oorwurm en geen milte kitteling (0) schijnt te kennen, zich zelve en anderen het leven zuur maken, vergallen. Door zijn zwaarmoedigheid wordt hij zwaartillend en heeft altijd bezwaren. Daarom is hij kwalijknemend, neemt hij alles verkeerd op. Door dit alles voelt hij zich diep rampzalig, want - zegt Alan Leo - Saturnus is “het grote ongeluk”, Mars “het kleine ongeluk”. Is hoop het kenmerk van Sagittarius-Jupiter, zo is wanhoop dat van Capricornus-Saturnus, wiens “ring” belemmerd drukkend werkt.

De meest verstokte zondaar van dit type heeft een aardje naar zijn vaartje (0 = de Vader: K 4 is de Moeder), de Satan, Saturnus, die zijn kinderen verslond. Edoch, in deze allegorie is sprake van Kronos, de Oude - Vader - Tijd, met zeis en zandloper, de Al-verslinder, die met Rhea (de Aarde) de goden Jupiter, Neptunus en Pluto voortbracht, dus ten slotte no zo kwaad nier was. Hesiodus knoopte dit in zijn oor, en vertelt ons hoe eertijds in het grijze verleden, stellig nog voor het steentijdperk, in overoude tijden dus, in de goeie ouwe tijd, de Eeuw van Saturnus, de Gouden Eeuw - het Satya Yugam der “Geheime Leer” op aarde heerste.

De Goede Vader Saturnus werd toen de gehoornde bokpotige Satan en tegelijkertijd de Steenbok tot de zondebok Azazel, een steen des aanstoots voor jong en oud, die te allen tijde het onderspit moet delven.

Saturnus was oudtijds ook de God van de landbouw, een zaadgod, gelijk ook de bokspotige, gehoornde Pan (0) een veldgod was. Van de aardtekens beheerst dan ook in hoofdzaak Capricornus (Saturnus) de landbouw, Taurus (Isis) de veeteelt en Virgo (Vulcanus) het mijnwezen. Vandaar dat Capricornus-types goede landbouwers en economen zijn, die in letterlijke en figuurlijke zin op tijd zaaien en maaien, wel bedenken dat alle grond is geen akkergoed en daarom niet op steengrond zaaien. Maar zij willen ook steeds de vruchten van hun arbeid zien. Zonder kans op stoffelijke voordelen, op tastbare resultaten, laten zij de oren hangen. Dan moeten zij zich bijtijds herinneren dat al is de Zaterdag (&) nog zo slecht, het zonnetje komt toch even terecht.

Dit oogsten van de vrucht der handeling is dan ook in de eerste plaats voor de Capricornus weggelegd, want het 10e huis is dat van Karma en Saturnus, de lotsplaneet, verkondigt met onverbiddelijke zekerheid: ”Zo wat gij zaait, dat zult gij maaien, want in het verleden (4) ligt in het heden” (K 0), het Eeuwig Nu. Op het rechte tijdstip maait Vader Tijd met zijn zeis de gevolgen weg, ontsproten uit oorzaken, in het verleden gezaaid.

De Capricornus kent dus evengoed als Sagittarius de Wet van Oorzaak en Gevolg: hij weet dat kleine oorzaken grote gevolgen kunnen hebben, dat te eniger tijd boontje om zijn loontje komt, dat het altijd is oud lood om oud ijzer en dat wie een kuil graaft voor een ander er zelf invalt.

Capricornus beheerst de lever, de milt, de knieën, het beenderenstelsel, de oren, al het harde, droge, beenderige, bloedeloze als tanden, nagels, haren. In het onder Capricornus staande Nederlands-Indië ondermijnen leverkwalen, galsteen en hypochondrie de gezondheid, hetgeen de grauwe, leverkleurige tint dan al aantoont. Bij Capricornus als rijzend teken, loopt men licht een letsel aan knie of schedelbreuk op. Sommigen zijn zo doof als een kwartel. Deze mensen moeten vooral oppassen voor kouvatten (&) hoewel het gestel sterk is, vooral in de ouderdoms.

Het Capricornus-kind is gewoonlijk een satans-deugniet of een Zaterdagse meid, capricieus, vol grillen en nukken, dwars tegen de krib in, tandenknarsend of de tanden op elkaar klemmend in machteloze woede. Daarom moeten ze streng onder vaderlijk gezag (10e huis) gehouden worden. Men moet in hun nabijheid altijd opletten of ze de oren niet spitsen, want kleine potjes hebben ook oren. Ze moeten een praktische, zakelijke opvoeding krijgen, liefst op het platte land, vroegtijdig de ernst des levens begrijpen en voor hun eigen stoffelijk onderhoud leren zorgen. Ook mag een blatend geitje niet lang groen gehouden worden.

Al lust een oude bok nog wel eens een groen blaadje, ja is het somtijds hoe ouder doe gekker en denkt hij, als hij de kans (&) schoon ziet, ook wel eens: “Vooruit met de geit”, zo is dit temperament meestentijds te koel, te koudbloedig om zinnelijk te zijn en kromme sprongen te maken. Zelden wordt hij plotseling tot over de oren verliefd (0 G 7), al komt dit wel eens, omdat de druiven hem zuur zijn. En is zijn tweede ik even dor en droog als hij zelf, dan vormen ze samen een mooi spannetje voor een bokkenwagen.

De jonge geitjes van dit type zullen zich op een geitenfuif even goed amuseren als op een bal, waar de bokken niet van de geiten gescheiden zijn. Doch breekt eenmaal de zinnelijkheid los volgens “De Geheime Leer” zetelend in de lever, dan kan hij wellustig en ontuchtig zijn als een bokpotige satyr. Maar van nature is hij eenzelvig, houdt hij van afzondering, van eenzaamheid, want voor hem geldt “einsam bin ich, nicht alleine”. Daarom is hij uiterst geschikt om de grauwe monnikspij of het zwarte nonnenkleed te dragen of wel de grijze eentonigheid van de eenzame kluizenaar te verduren.

Ook is Capricornus als aardteken te droog, om veel last van een droge lever te hebben. De tijden, dat hij zich te buiten gaat zijn zo zeldzaam, dat hij die beschaamd met een zwarte kool zal aantekenen.

Misschien ook door die kuisheid en kalme bezadigdheid, die zich niet licht grauwe haren over iets zal laten groeien, slijt zijn lichaam niet veel, wordt de zoon van Vader Tijd gewoonlijk stokoud, “stein alt”.

In organisatie, het regelen van de uiterlijke vorm, het vastleggen en doen naleven van de letter der wet - niet de geest daarvan (9) - ligt zijn kracht. Vandaar zijn zin voor orde, zijn vermogen tot ordening, tot methodiek. De Capricornus-vrouw let zeer op haar uiterlijk, verzorgt haar kleding wel, heeft fijn beschaafde manieren, richt haar huis niet alleen keurig netjes, maar ook smaakvol in, hoewel strikt volgens het nauwsluitende keurslijf der mode, want zij houdt zich streng aan de geest des tijds, kortom ze doet alles behoorlijk, zoals het behoort, in optima forma.

Zelfbeperking is de grootste kunst, of wel: In der Beschränkung zeigt sich erst den Meister. Edoch voor de Saturnus-mens is beperking geen kunst! Alles op zijn tijd is de leuze des Zoons van de God des Tijds, die zich nooit warm maakt uit vrees, niet op tijd klaar te zijn, steeds zijn ijverige kalmte bewaart, terwijl het zijn kouwe kleren (&) niet raakt. Of bijvoorbeeld een Sagittarius hem al jacht en vraagt, of hij daar tabernakelen bouwen (0 = de Bouwer) wil. Maak je niet dik (9) dun (0) is de mode (0, is zijn droog laconieke antwoord. Komt tijd, komt raad, denkt hij ook altijd, tijd gewonnen veel gewonnen, want door de tijd leert men. Daarom festina lente, haast u langzaam. Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd. Dit is immers een waarheid, zou oud als de weg naar Rome.

Overigens is hij vlijtig en zuinig, al kan hij geen bokkensprongen maken, zo zal hij zich toch niet licht tot over de oren in schulden steken. Hij werkt hard aan zichzelf, wanneer hij mettertijd ontwaakt zijne, het oor leent aan wijze raadgevingen in plaats van aan dwaze inblazingen. Hij heeft een enorme werkkracht, als hij maar niet teveel op zijn horens neemt. Zijn volhardings- en doorzettingsvermogen is reusachtig, want hij weet dat gestadig druppelen holt de steen. Eenmaal een plan beraamd hebbend, zal hij mettertijd slagen, al stond de onderste steen boven. Hij heeft een ernstige kijk op het leven en maakt niet veel woorden over iets vuil, want hij is een man van de daad. Zijn rechtvaardigheidsgevoel wordt echter van tijd tot tijd koude gerechtigheid zonder erbarmen, want hij is hard van oordeel.

Als hoofdteken van de Midhemel staat Capricornus gaarne aan het hoofd van zaken, van grote ondernemingen, heeft hij liefst een verantwoordelijke positie, wat hem ook door zijn eerzucht, zelfvertrouwen en zelfbewustheid mogelijk is. Hij wil beroemd worden, schitteren in de wereld, een schitterende carrière maken (0 }). Edoch hij die wil timmeren (0) aan de weg, moet lijden iedermans gezeg, zodat zijn oren nog al eens toeten zullen.

Het 10e huis is dat van gezag, de autoriteit, superieuren en van de verhouding tot de samenleving, de maatschappij, van de positie in de wereld, eer, naam en faam, dat is de publieke opinie, ook van de Vader, de “Ouwe heer”. Vandaar dat de Capricornus kan zijn de handhaver van het gezag, de Vorst als Hoofd van de Staat, Vader des Volks, de Vader als hoofd van het gezin, de rijksbestuurder, de werkgever, de ambtenaar, vastlegger en handhaver der wet, de autoriteit, de diplomaat, de raadsheer, de notaris, de advocaat, ook de priester, de biechtvader, de patriarch. En eindelijk als uitbeelder van de vorm, het in vorm brengen van de idee (9), de kunstenaar, de architect, de Bouwer, de musicus, die de Pansfluit bespeelt, etc.

Geen kunstenaar zal slagen zonder de beeldende kracht van Capricornus-Saturnus. Waarom het nog niet vreemd in de oren behoeft te klinken, ja men op zijn tien vingers kan narekenen, dat menig dichter van de kouwe grond mede zo’n type is.

Daar Capricornus de lagere Manas, het objectief denken, het Mayawi Roepa, het Verstandslichaam aangeeft tegenover Sagittarius, de hogere Manas, het subjectief denken, het oorzakelijk lichaam, is deze mens nadenkend, contemplatief. Hij heeft een bevattelijk verstand, doch acht ook het verstand van het hoogste en vindt zich nooit te oud om te leren, waarom hij in de studie grijs wordt.

Maar als groen moet hij in zijn groentijd heel wat ontgroend, ontbolsterd, worden. Grote denkers staan onder dit teken en onder Sagittarius. Doch zo’n echt studie-type wordt licht een kamergeleerde, die zich binnen zijn vier wanden opsluit, zich verdiepend in diepzinnige problemen, erger nog een boekenwurm, die alle boekengeleerdheid onder de knie heeft, daarin zijn evenknie niet vindt, doch alle intuïtie, alle eigen geestelijk inzicht (9) mist, altijd streng academisch blijft en zich met haarkloverij bezig houdt, gaat twisten over een geitenhaar.

Daar het 5e ras, het 5e beginsel van het 10e teken, het verstand moet ontwikkelen, wordt Saturnus wel eens de individuele ster der tegenwoordige mensheid genoemd.

In zijn godsdienst is de lagere Capricornus ook erg begrensd, bekrompen, dogmatisch, bijgelovig. Immers bijgeloof is de kern van geloof, van waarheid (9).

De Joden, het donkere Saturnale Capricornus-volk bij uitnemendheid, zonder eigen thuis (0 K 4) over de gehele wereld (0 }) verspreid, hebben alle deugden en gebreken van dit teken. Ze zijn: ijverig volhardend, diplomatisch, vol vertrouwen en zelfbewustheid, doch zonder zelfachting, ze laten zich trappen; eigenschap van elk aardteken. Als handelslui beheersen ze de wereldhandel en zijn zo de middelaars of tussenpersonen, gelijk het Antahkarana (0) de middelaar, de “brug” is. Altijd weten ze zich op te werken, hun slag te slaan, niet vies van het slijk der aarde, al kleeft er zonde aan. “Eerlijk duurt het langst” zegt de woekeraar (0) en daarom is hij... oneerlijk, dan is hij gauwer rijk!

Het afstotende Joden-type is wantrouwend, wraakzuchtig, indringerig, arrogant, lawaaiig, heeft die echte “:kouwe drukte”, is dol op uiterlijke schijn, dirkt zich graag op. En dan zijn zegeningen als: “Honderd jaar zal je worden” en verwensingen als: “Je kan de koue koors (&) krijgen” of nog typischer: “Krijg het steenbokkenzuur”! Maar ook de beste uit de geleerde wereld, van de grote denkers, de eerste artiesten zijn zonen van het oude Volk.

Hun “oog om oog en tand om tand” (Karma), hun Bok Azarel, de zondebok, hun Farizeeën en schriftgeleerden, hun 10 geboden, ja het gehele Oude testament, hun streng dogmatische godsdienst, hun kerkelijk ceremonieel, hun occultisme der vormzijde vooral van hun kabalah, hun Patriarchaal bestuur eertijds, hun vasthouden aan de aartsvaderlijke gebruiken, hun grote eerbied voor de grijze haren van de ouderdom in het algemeen en voor de Vader in het bijzonder, hun Sabbat, de zaterdag, de Saturnus-dag, hun god, Jehova-Saturnus, hun nog altijd verbeiden van de Messias, de koning der Joden, wiens Licht zij door de schamelijke uiterlijke vorm niet schijnen zagen, dit alles wijst op zuivere Capricornus-Saturnus invloed.

Op het “Races-Congres” hoorde ik de Zionist Zangwill de fabel vertellen van “Noordenwind en Zuiderzon”, die wedden wie het eerst de eenzame wandelaar zijn jas (zijn uiterlijk omhulsel) (0) zou doen afwerpen. En - zei hij - gelijk slechts de koesterende stralen der Zuiderzon dit vermochten, niet de ijzige verkillende adem van de Noordenwind, zo werpt ook de Jood zijn uiterlijke schil af, ontdooit door warmte, die alleen de ijskorst rondom zijn hart kan doen smelten.

Een zuiver beeld onder het mom der fabel, van de ring van Saturnus, “de kleine Zon”, het verst verwijderd van “de grote Zon”, die slechts de “Ring-Pass-Not” te rechter tijd verbreken kan.

De Hindoe’s hebben meer het contemplatieve, mediatieve aanzicht van Capricornus. Gedachten-concentratie, bespiegeling, daarbij zelfbeheersing ten opzichte van de ziel, zelfbedwang ten opzichte van het lichaam, zijn de eigenschappen van de Indische Yogi, de mysticus, terwijl de fakir door de zelfkwelling van zijn lichaam het lager Occultisme beoefent.

Zo is dan Capricornus in letterlijke en figuurlijke zin de Meester-Bouwer, die niet op zandgrond bouwen zal, doch hetzij zelf de eerste steen leggend, de hoeksteen van het gebouw, of wel voortbouwen op reeds gelegde fundamenten, zijn bouwwerk optrekt op hechte grondslagen en zo mede zichzelf een erezuil bouwt “aere perennius” duurzamer dan metaal. Zijn voorliefde voor ceremonieel, ritueel en symboliek (0) maken hem tot een waardig Metselaar van de Grote Bouwer, de Bouwheer van het Heelal.

Volgens Thierens spreekt vooral de Capricornus in fabels en gelijkenissen. Natuurlijk, want dit zijn vermommingen (0) der ideeën (9). Stellig is dat het geval bij de Capricornus-mens, de timmermans (0) zoon, de Christus, geboren in de duistere Kerstnacht met Zon in Capricornus, aan het kruishout (0) geslagen, omdat Hij het Wereldkruis torste, op Golgotha, dat is “hoofdschedel (0) -plaats waar hij de bittere kelk ten bodem ledigde, die slechts sprak in gelijkenissen met de bijvoeging: Wie oren heeft om te horen, die hore. Hij toch wist dat een goed verstaander heeft slechts een half woord nodig. De rest fluisterde zijn gezond verstand of zijn intuïtie hem in het oor.

Met dit voorbeeld (9) voor ogen, streeft de Steenbok steeds omhoog, waar het hoogtepunt (}) in het grauw verschiet. Hetzij materieel of geestelijk, altijd is er een stijging in zijn leven waar te nemen, mits de koene bergstijger niet te eniger tijd van de hoogte in de afgrond omlaag stort. Immers wie het steile loodrechte pad van de louteringsberg beklimmen wil, moet maar al te dikwijls het loodje schieten, want de laatste loodjes wegen het zwaarst. Toch is hij niet tevreden, niet voldaan, niet rustend alsvorens hij de top van de berg bereikt heeft en zeggen kan: “Es ist erreicht”, het is volbracht. “Nil volentibus arduum”, niets te zwaar voor hen, die willen, is de leuze van de Steenbok, de klipgeit, die dan zelf het Pad (Antahkarana) (0) geworden is. En dan...? Dan keert hij weder naar die aarde, doch nu als zondebok, die vrijwillig de zonden der wereld (0) op zijn horens torst, door de wereld uitgestoten, opgejaagd, gestenigd, als zoenoffer geslacht. Wie zal het wagen de eerste steen op die Zondebok te werpen?

Zo zal de steen des aanstoots, de verworpen bouwsteen van de grondlegging der wereld, worden tot een steen des hoeks, nadat de steenhouwer (0) van de ruwe steen (0) alle scherpe kantjes heeft afgebikt.

Dan heeft de zoeker naar de steen der wijzen eindelijk de ware transmutatie van metalen tot stand gebracht, dan is het mystieke juweel gevonden. Immers de omkering der sferen kan slechts geschieden op het kritieke punt (0), de grens (&), het keerpunt gelijk de steenbokskeerkring er een is.

Dan is de krokodil (0) omgezet in de Draak van Wijsheid, Makara, dat is de 5 vingers der hand, verdubbeld de 10 vingers, het 10e teken, het 5e beginsel, Manas, veranderd in de 5e Hiërarchie der koemara’s. Dan is de vijfhoek, die het eigen middelpunt zoekt, geworden tot de uitstralende vijfpuntige ster, de pentalpha, de ster van Inwijding, het symbool van de volmaakte mens, de Christus met Zijn 5 kruiswonden, dat is zijn 5 beginselen.

© Margerey Jade


Photobucket - Video and Image Hosting

Geen opmerkingen:

Een reactie posten