22 DECEMBER T/M 20 JANUARI
GRONDTOON : EERBIED
WACHTWOORD : GEZAG
FUNCTIE : DE PRIESTER OF GEZANT
GEVAARLIJK VOOR DE GEZONDHEID:
Ontevredenheid, koelheid, neerslachtigheid en gedwarsboomde eerzucht.
FYSIEKE SYMPTOMEN:
Melancholie, galachtige aandoening en andere sympathetische stoornissen der verteringsorganen, welke aanleiding geven tot talrijke ongesteldheden.
GENEESMIDDELEN:
Hoop en opgewekt gezelschap. Verandering van omgeving is heilzaam en zelfs gebiedend noodzakelijk, wanneer de neerslachtigheid groot is.
GEBOORTESTEEN OF MYSTIEK JUWEEL:
Maansteen en Witte Onyx
HARMONISCHE TEKENS (DAT WIL ZEGGEN IN ZAKEN, HUWELIJK OF DEELGENOOTSCHAP) :
Taurus (Stier), Virgo (Maagd) en Libra (Weegschaal)
KLEUR: Groen
METAAL: Lood, zeer typisch voor de Saturnale zwaarmoedigheid en diepzinnigheid, want met lood peilt men de diepten der zee.
Steenbok of
Capricornus
|
Stadium van Volmaaktheid
|
Stadium van Aanvang
|
|
Gedachten
|
type
|
Vaderlijk of kinderlijk
|
Beschermend of afhankelijk
|
beschouwingswijze
|
Eerbied
|
Conventioneel
|
|
karakter
|
Eerzuchtig
|
Ontevreden
|
|
methode
|
Traditioneel
|
Met voordeel
|
|
denkvermogen
|
Geconcentreerd
|
Bekrompen
|
|
intellect
|
Diepzinnig
|
Begrensd
|
|
Aandoening
|
natuur
|
IJverig
|
Gewetenloos
|
geaardheid
|
Edelmoedig
|
Gierig
|
|
houding
|
Diplomatisch
|
Huilen met de Wolven
|
|
genegenheden
|
Diep geworteld
|
Beperkt
|
|
houding tot andere sekse
|
Beschermend of onderworpen
|
Minachtend of slaafs
|
|
Handeling
|
taal
|
Vloeiend
|
Druk
|
stijl
|
Versierd
|
Opgesmukt
|
|
manieren
|
Gezaghebbend of eerbied betonend
|
Arrogant of kruipend
|
|
gedrag
|
Behorend of aanpasbaar
|
Onoprecht, grillig
|
|
temperament
|
Godsdienstig
|
Bijgelovig
|
Onder de heerschappij van dit
teken staan het Joodse volk, de landen Indië en Mexico, de steden Oxford en
Brandenburg. De heerser van Capricornus is Saturnus of de “Oude Vader Tijd”, de
Macht, die de vruchten van vroegere ondervindingen bijeengaart, de traditie
bevestigt en het karakter fatsoeneert. Hij vertegenwoordigt het onverbiddelijke
verleden en is de voorvader van het tegenwoordige, de verborgen oorsprong van
onze gedachten, gevoelens en daden. In die laatste keten van levens, zo vol
verscheidenheid, die onze aardse pelgrimstocht samenstellen, worden de vreugde
en de smart, de beproevingen en bezoekingen en de tijden van rust in het ene of
het andere leven ons toebedeeld, nauwkeurig afgemeten naar hetgeen wij hebben
verdiend, een geoogst en gewenst in voorgaande bestaanstijdperken. De trap van
ontwikkeling door het karakter - het Saturnus-element in ons - bereikt, bepaalt
ons lot, want “wat een mens zaait, dat zal hij ook maaien”.
De echte Capricornus-mens
neemt het leven ernstig op, wordt sterk beïnvloed door het verleden en is
meestal zeer voor het handhaven van traditie en gezag. Wanneer hij ten volle is
ontwikkeld, bezit hij meestal een sterk historisch gevoel (voornamelijk wanneer
de verbeeldingskracht groot is) en stelt veel belang in antiquiteiten van
allerlei aard alsook in oude zeden en gebruiken, die het tegenwoordige met het
verleden verbinden.
Vaak kiest hij de loopbaan van
de geleerde en volgt dan gewoonlijk de strikt academische richting. Vaak ook
schittert hij als diplomaat, maar zijn ware functie is die van de Priester en
Patriarch, de Middelaar tussen God en de mens, de vertolker, leidsman en
raadgever, maar ook de Vader van zijn volk. Hij betoont eerbiedige en tedere
belangstelling bij al de grote gebeurtenissen in het leven des volks. Geboorte,
huwelijk en dood worden door hem als heilig beschouwd en met bijzondere
plechtigheid gevierd.
Hij voelt diep voor de
aandoenlijke hulpeloosheid van het jonge kind en de eerbiedwaardigheid van de
ouderdom, die in waarde gehouden dient te worden en beleeft zelf zijn beste
tijd als grootvader; meestal wordt hij ook zo oud. Dit type is niet geschikt
voor de ongehuwde staat en toont gewoonlijk een zeer duidelijk besef van het
verschil der geslachten.
De manlijk aangelegden of
krachtigen onder de Capricornus kenmerkt een sterke neiging om anderen te
beschermen en te koesteren, terwijl de vrouwelijk aangelegden of zachten een
zeer sterk verlangen bezitten naar liefde en bescherming. Bijna allen missen de
geest van vrije camaraderie, die kan opbloeien tot platonische vriendschap.
Inderdaad valt het hun moeilijk zich gelijk te denken aan anderen, zelfs met
leden van hun eigen geslacht. Zij hebben altijd de neiging om hetzij eerbiedig
op te zien tot degenen, die om hen heen zijn of wel vaderlijk op hen neer te
zien. Zij hebben een sterk gevoel van “behoorlijkheid”. Zij weten wat gepast is
in kleding, manieren en optreden en zijn in deze dingen voor anderen zeer
veeleisend.
Capricornus in het
aanvangsstadium overdrijven de neiging om te beschermen en deze wordt bij hen
een minachtend patroniseren, terwijl zij in plaats van gepaste eerbied een
kruiperige onderworpenheid ten toon spreiden. Dikwijls zijn zij zeer gebonden
aan conventie en soms lastige vormendienaars. Het uiterlijk voorkomen betekent
voor hen heel wat. Zij zijn diep rampzalig wanneer zij kleren moeten dragen,
die hen slecht staan of niet passen voor die bepaalde gelegenheid en sommigen
zijn in dit opzicht zeer overdreven; zij sparen niets geen moeite, tijd noch
geld voor hun kledij, vooral als die in verband staat met ceremonieën of
bijzondere gelegenheden.
Zij hechten overdreven groot
gewicht aan het aardse leven en zijn gebeurlijkheden, lijden aan een soort
achterbakse en angstige nieuwsgierigheid omtrent geboorte en dood en tonen een
ziekelijke belangstelling voor liefdesaangelegenheden en koppelarijen. Vaak
hebben zij aanleg voor lage intrige en oneervolle hofmakerijen en zijn zij
meesters in het zelfbedrog. Als de intellectuele ontwikkeling verder is dan de
morele, kunnen zij zowel anderen als zichzelf wijs maken, dat zwart wit is. De
aanleg om als middelaar op te treden maakt hen tot geschikte tussenpersonen bij
kopen en verkopen. Bij beiden weten zij altijd hun slag te slaan. Het Joodse
volk staat onder de invloed van dit teken en heeft enerzijds enige der
prachtigste figuren van priesters ter wereld, anderzijds enige van de ergste
soorten van tussenpersonen geschonken.
Capricornus is een aard-teken
en diegenen, die dit rijzend teken hebben, weten zich meestal te doen gevoelen
op psychisch gebied. Zij wensen altijd invloed uit te oefenen op anderen, hen
te regelen, moeder over hen te spelen, voorschriften te geven, te bekeren, te
bederven, aan te trekken, zich op de een of andere wijze met hen te bemoeien,
ongeacht of zij daartoe de macht bezitten of niet. Om dit te bereiken achten
zij doelmatigheid in alles, in kleding, taal, handelswijze, van groot gewicht.
Zij bezitten een grote
gemakkelijkheid van uitdrukking, welke richting zij ook mogen volgen, en kweken
die ook nog opzettelijk aan. Schrijvers, musici en kunstenaars van dit type
bezitten die eigenschap in hoge mate. Sprekers drukken zich vloeiend en
overtuigend uit.
Volgens de overlevering hebben
Capricornus een donkere gelaatskleur, glad zwart haar, zwarte ogen en een vol
rond gelaat. Dit type vindt men veel onder de Italiaanse geestelijken en het
komt het sterkst uit, waar Saturnus rijzende is in Capricornus of dicht bij. Er
bestaat ook een slanker type, dat soms - ten minste in Schotland - zeer blond
is, een meer langwerpig gezicht heeft en blauwe of lichtbruine ogen met een
eigenaardig licht erin. Het haar is zijdeachtig en fraai gekruld, meestal niet
zeer dik. Weinig ontwikkelden onder de rondhoofdigen hebben vaak een
onheilspellende blik, de ogen staan dicht bij elkaar of zijn loens, het
voorhoofd is smal en de jukbeenderen zwaar en vooruitstekend. Anderen hebben de
enigszins domme plechtstatigheid van de uil. De anderen met een langer gezicht
hebben in het groteske een kleine achteruit wijkende kin met een stoppelig
baardje en vertonen een komische gelijkenis met hun naamgenote, de geit. De
kleur verschilt bij beide soorten en hangt zeer veel af van volk en klimaat.
De Capricornus, de Steenbok,
kunnen zowel satanskinderen zijn als zij die reeds vergevorderd zijn op het
steile pad, dat de Steenbok vroeg of laat zich kiest. Want Saturnus in laagste
aanzicht is de Satan (“Geheime Leer” passim) en Capricornus in hoogste
instantie in het zonneteken van elke in de Kerstnacht geboren Wereldverlosser.
De sfeer van Saturnus, het verst van de Zon verwijderd, is de kristallijnen
sfeer, de Ring-Pass-Not, die ons zonnestelsel afsluit. Vandaar dat Saturnus met
zijn ring betekent: begrenzing, beperking, bepaling, gebondenheid, stabiliteit,
stagnatie, verstijving, verstarring, verstening. De hardheid van steen, de
kilheid van ijs, de dorheid van hout, de zwaarte van metaal, en wel van het
zwaarste metaal, het lood, een der meest verstarde vormen van het
delfstoffenrijk, dat als geheel onder Saturnus staat. Kortom, Saturnus beheerst
de bij uitstek vaste stof.
Het Capricornus-Saturnus-type
is dan ook gesloten als de Ring van Saturnus, schuchter, beschroomd, schuw als
de reebok of de grens, door de grensjager (9). Hij trekt zich terug in
zijn schil; zijn lichaam verbergt geheel zijn geest, terwijl bij de
Sagittarius-mens de geest aan alle kanten uitstraalt. Daarom is de diepte van
dit ondoorgrondelijke karakter, zo moeilijk te peilen als de diepste diepte der
zee met het peillood, het schietlood. Het duurt lang eer de ijskorst rondom hem
ontdooit, eer met hem het ijs gebroken is. Immers het delfstoffenrijk reageert
het minst op prikkels van buiten en de verwarmende zonnestralen kunnen de verre
sfeer van Saturnus met minst bereiken. Doch heeft zo’n type eenmaal door de
zure appel heen gebeten (alles wat zuur, wrang, bitter is, staat onder &) en zijn schil verbroken, dan
hecht hij zich ook vast aan zijn vrienden en zijn zijn genegenheden diep.
“Vrienden in den nood, honderd in een lood”, doch die enkelen zijn dan vast van
dit type.
Wat deze ondoorgrondelijke
zielen zo moeilijk doet peilen is die botsing tussen de aard van de geringde
Saturnus, die graag zijn eigen kring bepaalt en zich afsluit van de wereld (0) en die van de Steenbok, die
op het 10e huis, de Meridiaan, het hoogste punt staat als op de hoogste
rotspunt en die dus in de wereld (10e huis) wil opklimmen.
Menig Capricornus is links en
onbeholpen, stijf als een bok, houterig, een houten klaas, die rare bokkensprongen,
capriolen kan maken, louter bokken schiet en tegen alles aan botst, overal zijn
horens stoot, altijd gaat met knikkende knieën (&), met loden schoenen, altijd
staat met zijn mond vol tanden (&), zo onnozel kijkend, of hij
niet tot tien (0
= 10e teken) kan tellen of lachend als een boer die kiespijn heeft. Hij is een
domoor (0
beheerst het gehoor en de oren), een kniesoor, nog niet droog achter zijn oren,
die door menig oorveeg uit zijn lethargische toestand wakker geschud moet
worden, want wie niet horen wil, moet voelen. Lang spreekt men voor
dovemansoren bij hem, klopt men aan een dovemans deur.
Om zijn linksheid te verbergen
is hij kittelorig, bokkig en terugstotend, kijkt hij als een bok, die knoflook
eet (d.i. een zuurpruim). Ja, een bok blijft een bok. Als hij dan door zijn
nukken overal het hoofd stoot, steekt hij meer dan ooit de horens op, wordt hij
obstinaat, koppig als Faroo’s bokken, heeft hij eerst recht de bokkenpruik op.
De lagere Capricornus is
koudbloedig, bevriezend koel, ijskoud, steenkoud, steenhard, heeft een hart van
steen, kreten die anderen door merg en been (&) gaan en het bloed in de
aderen doen stollen, vermurwen hem niet: hij blijft doof aan dat oor.
Koelbloedig zal hij zijn slachtoffer met een satanische lach het vel over de
oren halen. Hij is ijverzuchtig, vervult van bittere haat en gewetenloos
wraakgierig. Het “oog om oog en tand om tand” van het Oude Testament) past
geheel in zijn stelsel van hard tegen hard
Daarbij is hij - evenals de
lagere Scorpio-mens - een aartsleugenaar. Saturnus is “de Vader van de Leugen”,
want - zegt Thierens (Astrologie als Levensleer) - leugen verbergt de waarheid
der idee (^).
Zo is hij ook een meester in zelfbedrog, die zwart (0) wit (K
4) noemt. Hij is hoogmoedig (0
}), ziet neer op het grauw
(grauw = kleur van 0),
doch ziet op tegen autoriteiten, (10e huis = }), voor wie hij op de knieën (0) ligt, schijnbaar één en al
oor is. Ook verbeeldt zich altijd (& = God des Tijds) het alleen
te weten en minacht hij de mening van anderen, want zijn bewustzijn is te
beperkt.
Daarbij is hij uiterst sluw;
hij zit als een bok op de haverkist en denkt steeds: het vlees is beter dan de
benen, doch als twee honden vechten om een been (&) loopt de derde - in casu de
Capricornus-mens er mee heen. Hij ziet er geen been in, iemand oren aan te
naaien, noch krokodillen- (0
is de Hindoese Makara de krokodil) tranen te huilen met iemand om dien, hoog en
droog buiten zijn bereik, uit te lachen dat zijn leven (&) schudt. Och, geen oude geit
zonder baard en geen non zonder gemompel. Daarom laat de bokken en bergen met
vrede!
Ze zullen geen gewichtig oor
lenen aan wie hen de oren wast, of aan de tand voelt. Dan zijn ze Oostindisch (&) doof (0), spelen zij de dove of wel
ze laten de tanden zien en tonen dan haar op de tanden te hebben en tot de
tanden toe gewapend te zijn... met argumenten. Omdat Capricornus - Saturnus de
vorm beheerst, komen de zwarte zonden der vormzijde van het bestaan hier zo
scherp uit.
De chronische kwaal van Kronos
en van Capricornus als aardteken is melancholie, zwartgalligheid, te meer daar
Capricornus de gal beheerst, waarom zo’n type echt verbitterd, bitter als gal
kan zijn, en als de gal hem overloopt, over zijn ongelukkig slachtoffer, dat
het bezuren moet, wanneer zo’n schip met zure appelen in aantocht is. Door zijn
zwart zien, die altijd een zuur gezicht zet of hij azijn gedronken heeft, kijkt
als een oorwurm en geen milte kitteling (0) schijnt te kennen, zich
zelve en anderen het leven zuur maken, vergallen. Door zijn zwaarmoedigheid
wordt hij zwaartillend en heeft altijd bezwaren. Daarom is hij kwalijknemend,
neemt hij alles verkeerd op. Door dit alles voelt hij zich diep rampzalig, want
- zegt Alan Leo - Saturnus is “het grote ongeluk”, Mars “het kleine ongeluk”.
Is hoop het kenmerk van Sagittarius-Jupiter, zo is wanhoop dat van
Capricornus-Saturnus, wiens “ring” belemmerd drukkend werkt.
De meest verstokte zondaar van
dit type heeft een aardje naar zijn vaartje (0 = de Vader: K
4 is de Moeder), de Satan,
Saturnus, die zijn kinderen verslond. Edoch, in deze allegorie is sprake van
Kronos, de Oude - Vader - Tijd, met zeis en zandloper, de Al-verslinder, die
met Rhea (de Aarde) de goden Jupiter, Neptunus en Pluto voortbracht, dus ten
slotte no zo kwaad nier was. Hesiodus knoopte dit in zijn oor, en vertelt ons
hoe eertijds in het grijze verleden, stellig nog voor het steentijdperk, in
overoude tijden dus, in de goeie ouwe tijd, de Eeuw van Saturnus, de Gouden
Eeuw - het Satya Yugam der “Geheime Leer” op aarde heerste.
De Goede Vader Saturnus werd
toen de gehoornde bokpotige Satan en tegelijkertijd de Steenbok tot de zondebok
Azazel, een steen des aanstoots voor jong en oud, die te allen tijde het
onderspit moet delven.
Saturnus was oudtijds ook de
God van de landbouw, een zaadgod, gelijk ook de bokspotige, gehoornde Pan (0) een veldgod was. Van de
aardtekens beheerst dan ook in hoofdzaak Capricornus (Saturnus) de landbouw,
Taurus (Isis) de veeteelt en Virgo (Vulcanus) het mijnwezen. Vandaar dat
Capricornus-types goede landbouwers en economen zijn, die in letterlijke en
figuurlijke zin op tijd zaaien en maaien, wel bedenken dat alle grond is geen
akkergoed en daarom niet op steengrond zaaien. Maar zij willen ook steeds de
vruchten van hun arbeid zien. Zonder kans op stoffelijke voordelen, op tastbare
resultaten, laten zij de oren hangen. Dan moeten zij zich bijtijds herinneren
dat al is de Zaterdag (&)
nog zo slecht, het zonnetje komt toch even terecht.
Dit oogsten van de vrucht der
handeling is dan ook in de eerste plaats voor de Capricornus weggelegd, want
het 10e huis is dat van Karma en Saturnus, de lotsplaneet, verkondigt met
onverbiddelijke zekerheid: ”Zo wat gij zaait, dat zult gij maaien, want in het
verleden (4)
ligt in het heden” (K 0), het Eeuwig Nu. Op het
rechte tijdstip maait Vader Tijd met zijn zeis de gevolgen weg, ontsproten uit
oorzaken, in het verleden gezaaid.
De Capricornus kent dus
evengoed als Sagittarius de Wet van Oorzaak en Gevolg: hij weet dat kleine
oorzaken grote gevolgen kunnen hebben, dat te eniger tijd boontje om zijn
loontje komt, dat het altijd is oud lood om oud ijzer en dat wie een kuil
graaft voor een ander er zelf invalt.
Capricornus beheerst de lever,
de milt, de knieën, het beenderenstelsel, de oren, al het harde, droge,
beenderige, bloedeloze als tanden, nagels, haren. In het onder Capricornus
staande Nederlands-Indië ondermijnen leverkwalen, galsteen en hypochondrie de
gezondheid, hetgeen de grauwe, leverkleurige tint dan al aantoont. Bij
Capricornus als rijzend teken, loopt men licht een letsel aan knie of
schedelbreuk op. Sommigen zijn zo doof als een kwartel. Deze mensen moeten
vooral oppassen voor kouvatten (&) hoewel het gestel sterk is,
vooral in de ouderdoms.
Het Capricornus-kind is
gewoonlijk een satans-deugniet of een Zaterdagse meid, capricieus, vol grillen
en nukken, dwars tegen de krib in, tandenknarsend of de tanden op elkaar
klemmend in machteloze woede. Daarom moeten ze streng onder vaderlijk gezag
(10e huis) gehouden worden. Men moet in hun nabijheid altijd opletten of ze de oren
niet spitsen, want kleine potjes hebben ook oren. Ze moeten een praktische,
zakelijke opvoeding krijgen, liefst op het platte land, vroegtijdig de ernst
des levens begrijpen en voor hun eigen stoffelijk onderhoud leren zorgen. Ook
mag een blatend geitje niet lang groen gehouden worden.
Al lust een oude bok nog wel
eens een groen blaadje, ja is het somtijds hoe ouder doe gekker en denkt hij,
als hij de kans (&)
schoon ziet, ook wel eens: “Vooruit met de geit”, zo is dit temperament
meestentijds te koel, te koudbloedig om zinnelijk te zijn en kromme sprongen te
maken. Zelden wordt hij plotseling tot over de oren verliefd (0
G 7), al komt dit wel eens, omdat
de druiven hem zuur zijn. En is zijn tweede ik even dor en droog als hij zelf,
dan vormen ze samen een mooi spannetje voor een bokkenwagen.
De jonge geitjes van dit type
zullen zich op een geitenfuif even goed amuseren als op een bal, waar de bokken
niet van de geiten gescheiden zijn. Doch breekt eenmaal de zinnelijkheid los
volgens “De Geheime Leer” zetelend in de lever, dan kan hij wellustig en
ontuchtig zijn als een bokpotige satyr. Maar van nature is hij eenzelvig, houdt
hij van afzondering, van eenzaamheid, want voor hem geldt “einsam bin ich,
nicht alleine”. Daarom is hij uiterst geschikt om de grauwe monnikspij of het
zwarte nonnenkleed te dragen of wel de grijze eentonigheid van de eenzame
kluizenaar te verduren.
Ook is Capricornus als
aardteken te droog, om veel last van een droge lever te hebben. De tijden, dat
hij zich te buiten gaat zijn zo zeldzaam, dat hij die beschaamd met een zwarte
kool zal aantekenen.
Misschien ook door die
kuisheid en kalme bezadigdheid, die zich niet licht grauwe haren over iets zal
laten groeien, slijt zijn lichaam niet veel, wordt de zoon van Vader Tijd
gewoonlijk stokoud, “stein alt”.
In organisatie, het regelen
van de uiterlijke vorm, het vastleggen en doen naleven van de letter der wet -
niet de geest daarvan (9)
- ligt zijn kracht. Vandaar zijn zin voor orde, zijn vermogen tot ordening, tot
methodiek. De Capricornus-vrouw let zeer op haar uiterlijk, verzorgt haar
kleding wel, heeft fijn beschaafde manieren, richt haar huis niet alleen keurig
netjes, maar ook smaakvol in, hoewel strikt volgens het nauwsluitende keurslijf
der mode, want zij houdt zich streng aan de geest des tijds, kortom ze doet
alles behoorlijk, zoals het behoort, in optima forma.
Zelfbeperking is de grootste
kunst, of wel: In der Beschränkung zeigt sich erst den Meister. Edoch voor de
Saturnus-mens is beperking geen kunst! Alles op zijn tijd is de leuze des Zoons
van de God des Tijds, die zich nooit warm maakt uit vrees, niet op tijd klaar
te zijn, steeds zijn ijverige kalmte bewaart, terwijl het zijn kouwe kleren (&) niet raakt. Of bijvoorbeeld
een Sagittarius hem al jacht en vraagt, of hij daar tabernakelen bouwen (0 = de Bouwer) wil. Maak je
niet dik (9)
dun (0) is de mode (0, is zijn droog laconieke
antwoord. Komt tijd, komt raad, denkt hij ook altijd, tijd gewonnen veel
gewonnen, want door de tijd leert men. Daarom festina lente, haast u langzaam.
Keulen en Aken zijn niet op één dag gebouwd. Dit is immers een waarheid, zou
oud als de weg naar Rome.
Overigens is hij vlijtig en
zuinig, al kan hij geen bokkensprongen maken, zo zal hij zich toch niet licht
tot over de oren in schulden steken. Hij werkt hard aan zichzelf, wanneer hij
mettertijd ontwaakt zijne, het oor leent aan wijze raadgevingen in plaats van
aan dwaze inblazingen. Hij heeft een enorme werkkracht, als hij maar niet
teveel op zijn horens neemt. Zijn volhardings- en doorzettingsvermogen is
reusachtig, want hij weet dat gestadig druppelen holt de steen. Eenmaal een
plan beraamd hebbend, zal hij mettertijd slagen, al stond de onderste steen
boven. Hij heeft een ernstige kijk op het leven en maakt niet veel woorden over
iets vuil, want hij is een man van de daad. Zijn rechtvaardigheidsgevoel wordt
echter van tijd tot tijd koude gerechtigheid zonder erbarmen, want hij is hard
van oordeel.
Als hoofdteken van de Midhemel
staat Capricornus gaarne aan het hoofd van zaken, van grote ondernemingen,
heeft hij liefst een verantwoordelijke positie, wat hem ook door zijn eerzucht,
zelfvertrouwen en zelfbewustheid mogelijk is. Hij wil beroemd worden,
schitteren in de wereld, een schitterende carrière maken (0
}). Edoch hij die wil timmeren
(0) aan de weg, moet lijden
iedermans gezeg, zodat zijn oren nog al eens toeten zullen.
Het 10e huis is dat van gezag,
de autoriteit, superieuren en van de verhouding tot de samenleving, de
maatschappij, van de positie in de wereld, eer, naam en faam, dat is de
publieke opinie, ook van de Vader, de “Ouwe heer”. Vandaar dat de Capricornus
kan zijn de handhaver van het gezag, de Vorst als Hoofd van de Staat, Vader des
Volks, de Vader als hoofd van het gezin, de rijksbestuurder, de werkgever, de ambtenaar,
vastlegger en handhaver der wet, de autoriteit, de diplomaat, de raadsheer, de
notaris, de advocaat, ook de priester, de biechtvader, de patriarch. En
eindelijk als uitbeelder van de vorm, het in vorm brengen van de idee (9), de kunstenaar, de architect,
de Bouwer, de musicus, die de Pansfluit bespeelt, etc.
Geen kunstenaar zal slagen
zonder de beeldende kracht van Capricornus-Saturnus. Waarom het nog niet vreemd
in de oren behoeft te klinken, ja men op zijn tien vingers kan narekenen, dat
menig dichter van de kouwe grond mede zo’n type is.
Daar Capricornus de lagere
Manas, het objectief denken, het Mayawi Roepa, het Verstandslichaam aangeeft
tegenover Sagittarius, de hogere Manas, het subjectief denken, het oorzakelijk
lichaam, is deze mens nadenkend, contemplatief. Hij heeft een bevattelijk
verstand, doch acht ook het verstand van het hoogste en vindt zich nooit te oud
om te leren, waarom hij in de studie grijs wordt.
Maar als groen moet hij in
zijn groentijd heel wat ontgroend, ontbolsterd, worden. Grote denkers staan
onder dit teken en onder Sagittarius. Doch zo’n echt studie-type wordt licht
een kamergeleerde, die zich binnen zijn vier wanden opsluit, zich verdiepend in
diepzinnige problemen, erger nog een boekenwurm, die alle boekengeleerdheid
onder de knie heeft, daarin zijn evenknie niet vindt, doch alle intuïtie, alle
eigen geestelijk inzicht (9)
mist, altijd streng academisch blijft en zich met haarkloverij bezig houdt,
gaat twisten over een geitenhaar.
Daar het 5e ras, het 5e
beginsel van het 10e teken, het verstand moet ontwikkelen, wordt Saturnus wel
eens de individuele ster der tegenwoordige mensheid genoemd.
In zijn godsdienst is de
lagere Capricornus ook erg begrensd, bekrompen, dogmatisch, bijgelovig. Immers
bijgeloof is de kern van geloof, van waarheid (9).
De Joden, het donkere
Saturnale Capricornus-volk bij uitnemendheid, zonder eigen thuis (0
K 4) over de gehele wereld (0
}) verspreid, hebben alle
deugden en gebreken van dit teken. Ze zijn: ijverig volhardend, diplomatisch,
vol vertrouwen en zelfbewustheid, doch zonder zelfachting, ze laten zich
trappen; eigenschap van elk aardteken. Als handelslui beheersen ze de wereldhandel
en zijn zo de middelaars of tussenpersonen, gelijk het Antahkarana (0) de middelaar, de “brug” is.
Altijd weten ze zich op te werken, hun slag te slaan, niet vies van het slijk
der aarde, al kleeft er zonde aan. “Eerlijk duurt het langst” zegt de woekeraar
(0) en daarom is hij...
oneerlijk, dan is hij gauwer rijk!
Het afstotende Joden-type is
wantrouwend, wraakzuchtig, indringerig, arrogant, lawaaiig, heeft die echte
“:kouwe drukte”, is dol op uiterlijke schijn, dirkt zich graag op. En dan zijn
zegeningen als: “Honderd jaar zal je worden” en verwensingen als: “Je kan de
koue koors (&)
krijgen” of nog typischer: “Krijg het steenbokkenzuur”! Maar ook de beste uit
de geleerde wereld, van de grote denkers, de eerste artiesten zijn zonen van
het oude Volk.
Hun “oog om oog en tand om
tand” (Karma), hun Bok Azarel, de zondebok, hun Farizeeën en schriftgeleerden,
hun 10 geboden, ja het gehele Oude testament, hun streng dogmatische
godsdienst, hun kerkelijk ceremonieel, hun occultisme der vormzijde vooral van
hun kabalah, hun Patriarchaal bestuur eertijds, hun vasthouden aan de
aartsvaderlijke gebruiken, hun grote eerbied voor de grijze haren van de
ouderdom in het algemeen en voor de Vader in het bijzonder, hun Sabbat, de
zaterdag, de Saturnus-dag, hun god, Jehova-Saturnus, hun nog altijd verbeiden
van de Messias, de koning der Joden, wiens Licht zij door de schamelijke
uiterlijke vorm niet schijnen zagen, dit alles wijst op zuivere
Capricornus-Saturnus invloed.
Op het “Races-Congres” hoorde
ik de Zionist Zangwill de fabel vertellen van “Noordenwind en Zuiderzon”, die
wedden wie het eerst de eenzame wandelaar zijn jas (zijn uiterlijk omhulsel) (0) zou doen afwerpen. En - zei
hij - gelijk slechts de koesterende stralen der Zuiderzon dit vermochten, niet
de ijzige verkillende adem van de Noordenwind, zo werpt ook de Jood zijn
uiterlijke schil af, ontdooit door warmte, die alleen de ijskorst rondom zijn
hart kan doen smelten.
Een zuiver beeld onder het mom
der fabel, van de ring van Saturnus, “de kleine Zon”, het verst verwijderd van
“de grote Zon”, die slechts de “Ring-Pass-Not” te rechter tijd verbreken kan.
De Hindoe’s hebben meer het
contemplatieve, mediatieve aanzicht van Capricornus. Gedachten-concentratie,
bespiegeling, daarbij zelfbeheersing ten opzichte van de ziel, zelfbedwang ten
opzichte van het lichaam, zijn de eigenschappen van de Indische Yogi, de
mysticus, terwijl de fakir door de zelfkwelling van zijn lichaam het lager
Occultisme beoefent.
Zo is dan Capricornus in
letterlijke en figuurlijke zin de Meester-Bouwer, die niet op zandgrond bouwen
zal, doch hetzij zelf de eerste steen leggend, de hoeksteen van het gebouw, of
wel voortbouwen op reeds gelegde fundamenten, zijn bouwwerk optrekt op hechte
grondslagen en zo mede zichzelf een erezuil bouwt “aere perennius” duurzamer
dan metaal. Zijn voorliefde voor ceremonieel, ritueel en symboliek (0) maken hem tot een waardig
Metselaar van de Grote Bouwer, de Bouwheer van het Heelal.
Volgens Thierens spreekt
vooral de Capricornus in fabels en gelijkenissen. Natuurlijk, want dit zijn
vermommingen (0)
der ideeën (9).
Stellig is dat het geval bij de Capricornus-mens, de timmermans (0) zoon, de Christus, geboren
in de duistere Kerstnacht met Zon in Capricornus, aan het kruishout (0) geslagen, omdat Hij het Wereldkruis
torste, op Golgotha, dat is “hoofdschedel (0) -plaats waar hij de bittere
kelk ten bodem ledigde, die slechts sprak in gelijkenissen met de bijvoeging:
Wie oren heeft om te horen, die hore. Hij toch wist dat een goed verstaander
heeft slechts een half woord nodig. De rest fluisterde zijn gezond verstand of
zijn intuïtie hem in het oor.
Met dit voorbeeld (9) voor ogen, streeft de
Steenbok steeds omhoog, waar het hoogtepunt (}) in het grauw verschiet.
Hetzij materieel of geestelijk, altijd is er een stijging in zijn leven waar te
nemen, mits de koene bergstijger niet te eniger tijd van de hoogte in de
afgrond omlaag stort. Immers wie het steile loodrechte pad van de
louteringsberg beklimmen wil, moet maar al te dikwijls het loodje schieten,
want de laatste loodjes wegen het zwaarst. Toch is hij niet tevreden, niet
voldaan, niet rustend alsvorens hij de top van de berg bereikt heeft en zeggen
kan: “Es ist erreicht”, het is volbracht. “Nil volentibus arduum”, niets te
zwaar voor hen, die willen, is de leuze van de Steenbok, de klipgeit, die dan
zelf het Pad (Antahkarana) (0)
geworden is. En dan...? Dan keert hij weder naar die aarde, doch nu als
zondebok, die vrijwillig de zonden der wereld (0) op zijn horens torst, door
de wereld uitgestoten, opgejaagd, gestenigd, als zoenoffer geslacht. Wie zal
het wagen de eerste steen op die Zondebok te werpen?
Zo zal de steen des aanstoots,
de verworpen bouwsteen van de grondlegging der wereld, worden tot een steen des
hoeks, nadat de steenhouwer (0)
van de ruwe steen (0)
alle scherpe kantjes heeft afgebikt.
Dan heeft de zoeker naar de
steen der wijzen eindelijk de ware transmutatie van metalen tot stand gebracht,
dan is het mystieke juweel gevonden. Immers de omkering der sferen kan slechts
geschieden op het kritieke punt (0), de grens (&), het keerpunt gelijk de
steenbokskeerkring er een is.
© Margerey Jade

Geen opmerkingen:
Een reactie posten